deel
deel - English
Noun
deel (plural deels)
Translations
Anagrams
deel - Bouyei
Pronunciation
- IPA: /te˨˦/
Pronoun
deel
deel - Dutch
Pronunciation
- IPA: /deːl/, [deːɫ]
- Hyphenation: deel
Noun
deel n (plural delen, diminutive deeltje n)
Derived terms
- delen
- deels
- gedeelte
- deelauto
- deeleconomie
- deelfiets
- deelmobliteit
- deelnemen
- deelregering
- deelstaat
- deeltijd
- aandeel
- leeuwendeel
- merendeel
- nadeel
- vierdeel
- voordeel
- werelddeel
- woorddeel
- zinsdeel
- grotendeels
- integendeel
Descendants
Verb
deel
Anagrams
deel - Luxembourgish
Verb
deel
- second-person singular imperative of deelen
deel - Middle English
Noun
deel
- Alternative form of del (“amount, part”)
Verb
deel
- Alternative form of delen
deel - Scots
Noun
deel (plural deels)
- Alternative form of deil
deel - Yola
Noun
deel
- Clipping of deevil.